Het is 2006 als ik in de afrondende fase van mijn studie bezig ben en deelneem aan de lokale Premier League competitie in Eindhoven, een individueel toernooi verspreid over 12 speelweken en een finaledag. Het toernooi wordt groots aangekondigd met een sterk deelnemersveld. Daar wil ik presteren! Aan de andere kant twijfel ik ook of ik wel mee moet doen. Het loopt al een tijdje niet zo lekker. Soms heb je zo’n fase.

Ondertussen neem ik weinig tijd om te trainen doordat mijn eindscriptie tijd kost, mijn nieuwe baan uitdagend is en ik veel aan mijn hoofd heb. Áls ik gooi merk ik dat er een knikje in mijn worp zit. De Premier League speelavonden lijken een uitgelezen kans om daar wat extra aandacht aan te besteden en te focussen op die souplesse. Het tegendeel gebeurt: ik begin extra te letten op dat knikje in mijn worp en in plaats van soepeler te gooien ga ik extra focussen op het raak gooien. Hierdoor begint het te haperen, met als gevolg dat ik mijn pijl op een bepaald moment helemaal niet meer loslaat. In plaats van meedoen om de titel, sta ik op een bepaald moment zelfs bijna laatste in mijn poule. Tijdens een van de speelavonden sluit ik de avondsessie af met een wedstrijd om 22.30 uur. Best of 5 sets, best of 5 legs. Ik baal want ik moet de volgende dag vroeg op. Gelukkig, zo denk ik, speel ik tegen een speler die onder mij staat. Dit is dus, met alle respect voor hem, een wedstrijd die ik moet winnen. Ik hoop binnen een half uur klaar te zijn. Twee uur en een kwartier zal de wedstrijd uiteindelijk duren als deze via een tie-break leg beslist wordt, en ik heb me nog nooit zo rot gevoeld. De kastelein wil naar huis, de schrijver baalt, mijn tegenstander krijgt het ook niet voor elkaar en de toernooileider, als enig publiek nog aanwezig, zucht stilzwijgend de wedstrijd naar een einde. En bij mij: elke beurt is een kwelling, die pijl wil maar niet los. Al snel gaat het verhaal rond: Joppe Bakens heeft darteritus.

De periode daarna ga ik door een hel. Ik raak geen pepernoot meer, en nog erger vind ik het dat iedereen het lijkt te weten. Een invloed die vooral buiten mezelf ligt, maar erg veel met mijn zelfvertrouwen doet. De jaren ervoor waren succesvol geweest aan het bord en nu gingen de pijlen letterlijk in de plint, of op andere plaatsen in het bord waar ik niet mik. Ik wilde koste wat kost voorkomen dat mensen zagen dat ik er last van had, maar dat werkte alleen maar averechts. Op dat moment besloot ik wat onderzoek te gaan doen en was ik vastberaden ervan af te komen. Gelukkig lukte me dat vrij snel.

 

Routine

Het staat buiten kijf dat het krijgen van darteritus een mentaal gebeuren is. Bovenstaand voorbeeld schetst een situatie waarin de speler, ikzelf in dit geval, te hoge verwachtingen van zichzelf heeft en door stress en overmatig nadenken over de worp totaal voorbij gaat aan het principe waar het om zou moeten gaan: het proces. De routine waarmee de pijlen gegooid worden gaat immers altijd hetzelfde. Tot het moment dat je hier als darter erg over na gaat denken en de routine aanpast, doordat je van jezelf eist die triple te blijven raken. Vergelijk het met traplopen: dit is een handeling die je automatisch uitvoert zonder na te denken. Tot het moment dat je je bewust gaat zijn van het feit dat een misstap tot een val zou kunnen leiden. Zet je die volgende stap dan met dezelfde overtuiging?

Darters zijn bij uitstek resultaatdenkers, en in dit geval helpt dat niet. Als darter heb je namelijk alleen invloed op je eigen spel en met welke overtuiging je die pijlen gooit. Het krijgen van darteritus is dus mentaal, maar op het moment dat een darter het heeft, is het onderdeel van de routine geworden. De stijl heeft zich aangepast.

De oorzaak

Om tot een oplossing te kunnen komen is het eerst belangrijk om te weten wat de oorzaak is. We weten inmiddels, door het spreken van een groot aantal spelers die er last van hebben (gehad), dat er verschillende gradaties zijn:

  • Darteritus door prestatiedruk;
  • Darteritus door prestatiedruk en stress;
  • Darteritus door trauma.

We kennen voorbeelden van spelers die gewoon kunnen gooien alsof er niets aan de hand is, tot de wedstrijd begint of die het gedurende een wedstrijd krijgen en na de wedstrijd weer kunnen gooien. Onder de tweede categorie spelers vallen de spelers die dat stadium voorbij zijn en altijd haperen. De derde categorie spelers zijn spelers die darteritus op hebben gelopen door een soort trigger die voortkomt uit trauma. Een tikkende verwarmingsbuis tijdens het trainen of een omvallende stoel terwijl net die pijl op dubbel 8 erin moet, kan al een trauma veroorzaken.

De eerste twee oorzaken zijn makkelijker aan te pakken dan de derde. Hiervoor is een breintrainingsprogramma ontwikkeld. Darteritus door trauma gaat iets dieper en vereist een aanpak ondersteund door professionele hulp.

De oplossing

De eerste stap is acceptatie. Het helpt om er met mensen over te praten en om iemand in de armen te sluiten die vertrouwd wordt. Stel vast, wellicht in overleg met de vertrouwenspersoon of de speler met darteritus, onder welke categorie de vorm van darteritus valt.

Vervolgens is het zaak om  te gaan focussen op het herstel. De routine is immers aangepast en de stijl is veranderd. Om dit opnieuw aan te passen, is het belangrijk om te gaan focussen op souplesse, zonder dat de speler verwacht een doel te raken. Hieronder volgt een aantal interventies die te proberen zijn voor spelers die last hebben van darteritus

1. Maak een propje papier en zet een prullenbak klaar. Probeer de prop er soepel in te gooien. Herhaal dit, maar vanuit een afstand waarbij de dartworp nagebootst kan worden. Gaat dit soepel? Herhaal dit met een dartpijl. Merk je verschil?

2. Doe je ogen dicht tijdens het gooien. Gaat de worp soepeler of niet? Indien je verschil merkt, wordt je darteritus getriggerd door prestatiedruk. Probeer dit te herhalen tot je voelt dat het met je ogen dicht soepeler gaat.

3. Ga aan de slag met ons ‘breinfopprogramma’. Dit is een training die 8 weken duurt, waarbij de eerste 5 weken cruciaal zijn. Tijdens de eerste 5 weken is het belangrijk om een basis te leggen waarin de pijl in zo soepel mogelijke toestand, in eerste instantie zonder te mikken, naar het bord wordt gegooid. Mik puur met het doel om het bord te raken, maar ga niet mikken! Het is essentieel om dit tussendoor ook niet te doen. Veel spelers met darteritus houden hun worp tegen zodra ze mikken. Dit is de reden dat het gooien zonder te mikken hier het doel is. Gooi net zo lang totdat het lukt om die pijl soepel weg te krijgen. Je zult verbaasd zijn hoe snel het lukt als je niet mikt. Heb je dit één week volgehouden? Vanaf week 2 ga je proberen om één van de drie pijlen bovenin de 20 te gooien. Lukt dit? Mooi! Lukt dit nog niet? Ga een stapje terug. De overige twee pijlen gooi je zonder te mikken. Vanaf week 3 mik je twee pijlen op de 20 en vanaf week 4 doe je dit met 3 pijlen. De periode van 5 weken lijkt lang, maar deze zijn noodzakelijk omdat het ongeveer zo lang duurt om een nieuwe routine aan te leren. Ga uit van minimaal 10 en maximaal 30 minuten per dag. Hierbij is het heel belangrijk dat je vasthoudt aan de stappen. Ga niet tussendoor toch een keer op de triple mikken. Merk je een terugval? Ga terug naar de vorige stap. Het is in ieder geval belangrijk te focussen op je herstel. Alleen positieve gedachten helpen daar bij. Geef je zelf een ‘yes’ als je een succesvolle pijl hebt, maar ga niet balen als die ene pijl niet loopt. Gedachtes als ‘vroeger kon ik het wel’ helpen niet.

4. Na 5 weken, en bij succes, is het zaak om naar de volgende stap in het trainingsschema te gaan. Dit trainingsschema is erop gericht de volgende fase van je herstel te ondersteunen en is tegen betaling te verkrijgen door contact op te nemen de contact knop op onze website dartscoaching.nl.

5. Ondersteuning met coaching. Het is raadzaam om stap 3 en stap 4 te doorlopen met een coach die de fase met je bespreekt. Wij kunnen deze coaching bieden. Neem contact op via dartscoaching.nl.

6. Heb je bovenstaande stappen doorlopen maar ervaar je geen verbetering? Of is er een angst aanwezig dat de darteritus terugkomt? Neem dan contact op met https://www.breinkliniek.nl/. Hier kun je professionele ondersteuning krijgen middels neurofeedback. Dit is niet goedkoop, maar ze zijn bewezen effectief.

Bovenstaande interventies zijn tot stand gekomen door ervaring met darteritus zelf en het voeren van gesprekken met spelers, maar er dient wel gezegd te worden dat deze pseudowetenschappelijk en op basis van ervaringen tot stand zijn gekomen. Verder onderzoek is nodig om tot een volledig ondersteunde wetenschappelijk aanpak te komen. Wij nodigen onderzoekers van harte uit om hierover met ons in gesprek te gaan.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Binnenkort verschijnen onze online lessen! Wil jij op de hoogte blijven van deze en andere nieuwe ontwikkelingen?